Mijn Cerv�lo ervaring, een verslag van Marcel Besteman…
- -
Onze Cervélo testweek was een groot succes, veel testrijders en goede reacties na afloop. Voor veel testrijders was het de eerste ervaring met een carbon racefiets van topkwaliteit. Hieronder een leuk (en zéér uitgebreid) verslag van Marcel Besteman. Op de foto trouwens het afgetrainde lichaam van Marcel.
Mijn Cervélo ervaring
Het is donderdagavond. Ik zie een gemiste oproep van mijn broer. Die belt niet vaak dus toch maar even terugbellen. Hij vraagt of ik zin heb in een ritje op een echte fiets. Via het werk mag hij een Cervélo R5 meenemen voor een testrit. Dat laat ik mij natuurlijk geen twee keer zeggen. Niet dat ik een slechte fiets heb, maar een Cervélo is echt wel een andere categorie. Vrijdag na de spinningles vertel ik aan de bar (ja ik ben een liefhebber, geen professional) over mijn geplande testrit op zondag. Jaloerse blikken kijken mij aan.
Het is zaterdagavond. Tijd om de fiets op te halen bij mijn broer. Eerst even passen en afstellen en de mooie lijnen van het frame bewonderen. Het woord fiets is te eigenlijk te minderwaardig voor dit vehicle. Wow, wat kijk ik uit naar morgen. We praten in de zijn Italiaanse tuin nog na aan de hand van een heerlijk limoncello.
Zondagochtend. Het is moederdag. Maar eigenlijk voelt het meer als vaderdag. Eerst even naar de sportschool voor een spinningles. Dat doe ik gemiddeld vier keer in de week met heel veel plezier. Nog even bij mijn ouders langs en dan snel naar huis om een mooi ritje te maken. Ik heb mijn trainigsrondje van 90 km in gedachte. Via Alkmaar ga ik naar Bergen. Nu komt de eerste test. De klinkertjes in bergen. Normaal gesproken lijken die altijd wel verkeerd te liggen zodat je fiets lijkt af te remmen en je ook bij een lage snelheid kracht moet bijzetten om vooruit te komen. Maar dit keer niets van dat alles. De Cervélo glijdt er overheen. Niets geen getril, niets afremmen. De fiets lijkt alle trillingen keurig te absorberen en het voelt allemaal heel confortabel aan.
Dan buiten Bergen naar Schoorl toe. Er loopt een fietspad maar ik pak de weg. Natuurlijk mag dat niet, maar het gaat om een stukje van een halve kilometer die ik natuurlijk ook even voluit kan nemen. Tak, op het buitenblad en snel opschakelen naar de 13. Kijken of er een beetje stijfheid in het frame zit. Mijn spinningbenen komen nu goed van pas. Inhoud heb ik te weinig maar kracht is er wel. Met alles wat ik heb trap ik de fiets naar (voor mij) maximale snelheid. Ik voel de wind suizen in mijn helm. Ik heb geen snelheidsmeter maar zou dolgraag deze snelheid willen weten. Er komt een bocht aan. En die ziet er best wel scherp uit. Ik ga er vol in. Dit wordt test twee. Kom ik er halverwege achter dat het frame niet zo stijf is als ik denk en dat ik mijn broer en mijn verzekeringsagent moet bellen? Nee, het gaat goed. Voortreffelijk zelfs. Hij ligt voor een zeer licht frame als een blok op de weg. Ik kom de bocht uit en ben eigenlijk een beetje verbaasd dat dit kan met die snelheid. Als mijn broer hier bij was geweest, had hij nu de fiets weer ingenomen. Ik ga weer verder. Schoorl door en op weg naar Groet. Daar ligt ie dan. De Hondsbossche Zeewering. De wind schuin tegen. Ik leg hem weer op het buitenblad en haal door.
In de verte zie ik het bordje Petten. Aan bordjes heb ik geen goede herinneringen. Als wielrenner word je al vroeg bijgebracht dat als er iets blauws opdoemt aan de horizon je als een gek moet gaan spurten. Een soort Pavlov reactie dus. Ook hier is dat het geval. Nu zat ik niet in een pelotonnetje dus eigenlijk geen tegenstanders… of toch wel? Achter mij hoor ik een brommer. Ik maak met mezelf de afspraak dat als ik eerder bij het bordje ben dan de brommer dat ik dan een profcontract krijg. Ja en dat op 43 jarige leeftijd! Ik zet aan. De benen doen nog pijn van de spinning en de brommer komt dichter bij. Ik ga nog meer aan en voel nu mijn longen. De brommer komt nog dichter bij. Maar het bordje gelukkig ook. Ik sta nu voluit te spurten op de 13. Ik ben verbaasd dat met dat gewicht van mij de fiets netjes in lijn blijft. Het frame voelt heel strak aan. Strakker dan mijn aluminium frame. Dit voelt geweldig. Eigenlijk door deze verbazing trap ik door de pijn. Ha ha ha eerder bij het bordje dan de brommer. Waar kan ik tekenen?
Ik vervolg (nog met enige pijn in mijn longen en benen) mijn rit naar Groote Keeten en rijd door naar ’t Zand. Ik steek bij de vlotbrug over en zie hekken staan. He, de wielerronde van ’t Zand. Dat is lang geleden. Vroeger keek ik niet vaak uit naar deze ronde. Er stond altijd wind tegen op het lange stuk en dat zorgde voor de nodige pijn. Ik kijk naar het peloton en zie een paar bekende koppen. Ik sta nog even na te praten en ga vervolgens het parcours op om langs het water terug naar huis te gaan. Ik kijk nog even achterom om te kijken of ik niet in de weg rij en zie het peloton aan komen. Huh, nu al? Heb ik zo lang staan praten of zijn zij zo snel? Het maakt niet uit. Ik moet voor de tweede keer spurten om eerder bij de bocht te zijn en van het parcours te gaan. Ik kom op de bocht aan stormen en de vlaggenist steekt triomfantelijk zijn vlag uit. Ik minder vaart en rij langs hem heen het parcours af. Ik ben veilig! De vlaggenist snapt er niets meer van en kijkt me na. In alle consternatie vergeet hij te vlaggen voor het peloton. Ik vervolg mijn rit naar huis. Het is een heerlijke tocht. 90 km en toch zo makkelijk gereden. ‘sAvonds breng ik de fiets terug. Ik vertel mijn broer over de rit en de fiets. Het comfort en toch ook weer de stijfheid. Fantastisch zo’n fiets. We nemen nog een Corona en ik neem afscheid. Wat een belevenis. Team Beukers, hartelijk dank voor deze geweldige belevenis.
Marcel Besteman.